Wat is een homoniem?

Definitie homoniem

Een homoniem is een stijlfiguur waarbij een dichter binnen één gedicht twee woorden gebruikt die hetzelfde worden geschreven en hetzelfde klinken, maar die toch heel verschillende betekenissen hebben.

Toelichting definitie homoniem

Als twee woorden hetzelfde worden geschreven en hetzelfde klinken, maar beide woorden hebben toch heel verschillende betekenissen, dan zeggen we: deze woorden zijn homoniemen van elkaar.

Wat een homoniem is, kan wellicht het beste worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Neem de volgende limerick van literator Robin Kerkhof waarin de homoniemen zijn vet gemaakt:

Een dokter uit Essen
verkocht mij al zijn flessen
met een speciale liefdesdrank.
Ik kreeg echter stank voor dank,
want hij stond mij te flessen.

Robin Kerkhof

De eerste keer dat 'flessen' in dit gedicht voorkomt, wordt het woord gebruikt in de betekenis van 'containers voor vloeistof'.  De tweede keer wordt 'flessen' gebruikt in de betekenis van 'oplichten'. We zeggen: 'flessen' in de betekenis van 'containers voor vloeistof' en 'flessen' in de betekenis van 'oplichten' zijn homoniemen van elkaar.

TIP: Dichten doe je zo
Wil jij leren zelf goede gedichten te schrijven? Dan is Dichten doe je zo een absolute aanrader.

LEESTIP:
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat

De beroemdste gedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie.


Gebruik van homoniemen

Een dichter kan homoniemen in de eerste plaats gebruiken voor het bereiken van een komisch effect, zoals in bovenstaande limerick. Serieuzer gebruik van deze stijlfiguur is echter ook mogelijk zoals blijkt uit het volgende gedicht van Frans Terken. Voor de duidelijkheid hebben wij de homoniemen weer vet gemaakt.

Breekpunt 1914

Aan ruimte geen gebrek op
de slagvelden van weleer
wij sloopten de bomen toen al
geen huis geen boerenwoning meer stond

keken weg in geulen die de grond spleten
laag na laag geen dekking in de loopgraaf
hoe de loop van geweer en kanon
de loop van geschiedenis schreef

ogen aan de oppervlakte geraakt
als van een vliegeniersbril in prikkeldraad gevallen
leegte tussen kuilen hier en daar de hopen
niemandsland dat zich met chloorgas uitwreef

je sleept het geheugen in een tas
een buidel achter je aan maar de hoop
hoop, nee
hoogstens met gewonde hand gezaaid

Frans Terken, 2014

Het gebruiken van homoniemen zorgt er in dit gedicht voor dat deze belangrijke woorden extra nadruk krijgen. Het stijlfiguur versterkt hier de kracht van het gedicht.


Gerelateerd:


AANMELDEN NIEUWSBRIEF